Homepage / Opslagtanks
Introductie

Opslag in tanks
Een tank kan worden aangetast door de vloeibare brandstoffen die erin worden opgeslagen. Door lekkage van de tank kan de bodem verontreinigd raken. Daarom moet een tank periodiek gecontroleerd worden. Afhankelijk van de soort tank (staal, kunststof, enkel- of dubbelwandig, coating) gelden er verschillende eisen op grond van de milieuregels.

De richtlijnen PGS 28, PGS 30 en PGS 31 (PGS = Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen) bevatten voorschriften voor de opslag van vloeibare brandstoffen in  ondergrondse (PGS 28) respectievelijk  bovengrondse (PGS 30) tanks, alsmede voorschriften voor het afleveren van brandstoffen aan voertuigen. PGS 31 bevat voorschriften voor de opslag van gevaarlijke vloeistoffen.

Vanuit de genoemde PGS-en wordt verwezen naar de BRL SIKB 7800 Tankinstallaties die beschrijft hoe een tank ontworpen, onderhouden en gecontroleerd dient te worden. Dit mag alleen door gecertificeerde installatiebedrijven gebeuren.

Voorschriften uit PGS 28PGS 30 en PGS 31 zijn in het Bal of eigen Omgevingsvergunning verwerkt, al dan niet als verwijzing.

Er gelden ook PGS-richtlijnen voor de opslag van andere gevaarlijke stoffen dan vloeibare brandstoffen. Relevant kunnen zijn bijvoorbeeld de PGS 15 (opslag verpakte gevaarlijke stoffen), de PGS 25 (inpandig afleveren van aardgas) en de PGS 19 (opslag van propaan/butaan).

De PGS-richtlijnen zijn te raadplegen op www.publicatiereeksgevaarlijkestoffen.nl.