Het uitgangspunt in het Bal is dat er een verwaarloosbaar bodemrisico moet zijn. Dit volgt uit het BB-cvm (BodemBescherming combinatie voorzieningen en maatregelen: voorheen de NRB 2012). Dit is een doelvoorschrift en wil zeggen dat bedrijven moeten voorkomen dat er bodemverontreiniging ontstaat bij het uitvoeren van activiteiten.
Daarbij kan de ondernemer voor een deel zijn eigen verantwoordelijkheid nemen voor wat betreft het kiezen van bodembeschermende voorzieningen en maatregelen: het gaat dan om de keuze van vloeistofdichte-, aaneengesloten- of elementen bodemvoorzieningen, al dan niet in combinatie met incidentenmanagement.
In het keuzemenu hiernaast kunt u opzoeken voor welke bodembedreigende activiteit (=activiteit waarbij bodembedreigende stoffen kunnen vrijkomen) vloeistofdichte bodemvoorzieningen verplicht zijn gesteld. Voor de overige bodembedreigende activiteiten gelde ruwweg de volgende algemene richtlijnen voor het treffen van voorzieningen:
-gesloten emballage in goedgekeurde (ADR) verpakking boven een aaneengesloten bodemvoorziening
-open of niet goedgekeurde emballage boven een lekbak
-vaste goederen tegen uitlogen beschermd (bv afdak of inpandig) boven elementen bodemvoorzieningen
Naast genoemde maatregelen dient de ondernemer altijd good-housekeeping maatregelen te treffen, gedacht kan hierbij worden aan aanwezigheid van absorptiemiddelen en poetsdoeken, training en periodieke bedrijfsinterne controles van de voorzieningen.