Een vloer, verharding of constructie waardoor stoffen niet in de bodem terecht kunnen komen. Beter bekend als de vloeistofdichte vloer. Deze waarborgt dat geen vloeistof aan de niet met vloeistof belaste zijde van die vloer of verharding kan komen. De vloeistof mag zodoende niet door of van de voorziening af kunnen komen anders dan naar een opvangsysteem of bedrijfsriolering.
Een vloeistofdichte bodemvoorziening moet 1x per jaar in uw eigen bedrijfsinterne controlesysteem worden opgenomen, en 1x in de zes jaar geïnspecteerd door onafhankelijke inspecteur.
Aandachtspunten of kenmerken:
- een betonvloer zonder scheuren en met afgekitte leiding – en kabeldoorvoeren en afgekitte aansluitingen op wanden, putten en goten
- eventueel met een vloeistofdichte afwerklaag van gietasfalt of kunststof
- betonplaten of betonelementen met afgekitte naden
- staalvezel vloeren met afgekitte breuknaden, (giet)asfalt
- verplichte inspectie door onafhankelijke inspecteur (eenmaal per 6 jaar)
- jaarlijkse bedrijfsinterne controle volgens een lijst die staat beschreven in bijlage D SIKB van de SIKB AS 6700 (zie Bedrijfsinterne controle)
- aanleg onder certificaat (zie BRL SIKB 7700) is verplicht bij tankplaatsvloeren boven een bepaalde doorzet
- afschot richting bedrijfsriolering, opvangvoorziening of voorzien van opstaande randen.
In het Activiteitenbesluit is het inspecteren van de bedrijfsriolering niet wettelijk vereist. Bij mogelijke problemen wordt deze inspectie wel aanbevolen, om te voorkomen dat lekkage van de riolering alsnog tot bodemverontreiniging zou kunnen leiden. Ook hier geldt derhalve de eigen verantwoordelijkheid van de ondernemer.